Nienke's Column - Nog eentje dan
‘Heb je er nu alweer eentje bij?’ vraagt iemand die ik tijdens een rondje met de hondjes tegenkom.
‘Ja, leuk hé’, manipuleer ik het gesprek een positieve kant op, zodat er weinig ruimte is voor bedenkingen. Ik voel me tenslotte al een beetje het hondenequivalent van het bekende ‘kattenvrouwtje’.
‘Vond je drie nog niet genoeg?’
‘Je hebt er wel een dagtaak aan…’
‘Nou, daar heb je je handen vol aan.’
Dat zijn zo’n beetje de opmerkingen die ik momenteel veel hoor van mensen die me niet op Facebook volgen en dus niet de komst van Abbe en de daarbij behorende hoeveelheid puppyspam voorbij hebben zien komen.
Het was misschien ook wel gekkenwerk. Toen we Ronne vorige jaar nog maar net hadden, kwamen de plannen voor nog eentje erbij. En dat terwijl ik de beginperiode met Ronne zo zwaar vond. En dan toch, in de tijd waarin ik me regelmatig afvroeg waar we aan begonnen waren, denken aan een vierde. In de tijd dat ik zelf nog fokte zou ik het iedereen afgeraden hebben. En toch zetten we door.
Mogelijk was het nestje waar onze pup uit zou komen het laatste nestje van deze fokker. Onze eerste hond kwam bij haar vandaan, net als de tweede, die de stammoeder werd van onze kennel en die qua liefheid niet te evenaren was. (Qua luiheid overigens ook niet.) Nog één keer een hond uit die lijnen; we besloten ervoor te gaan, het zou toch nog maanden duren eer het zover was en tegen die tijd zou Ronne een jong volwassen, stabiele hond zijn. En om onze hondenverzamelwoede te verdedigen verzon ik een wel heel goede reden: Met twee oudere en straks twee jongere honden zou er meer balans in de roedel kunnen komen. Dus gingen we ervoor.
Eind mei werd Tirza’s Tiental geboren. 5 Reuen en 5 teefjes. Nu ging het dus echt gebeuren. Met de moeizame start van Ronne in gedachte, wat mede te wijten was aan het feit dat Mette en Malle haar niet accepteerden, vond ik de kennismaking van ons drietal met Abbe nog het meest spannend. Hoe zouden ze op haar reageren? Een week voor ze bij ons kwam wonen mochten de dames kennismaken. Ronne kon het allemaal niet zoveel schelen. Als je zelf nog jong bent kan je een hoop drukte hebben. IJslandse Mette schakelde over naar de drakenstand en liet het weten als het grut te dichtbij kwam. En Malle? Malle was de komst van Ronne nog maar net te boven. De wanhoop droop er letterlijk vanaf. Als Malle stress heeft gaat ze kwijlen en de keukenrol was geen overbodige luxe. Ik probeerde haar nog te troosten door te zeggen dat het wel meeviel, tenslotte zouden we er 9 niet meenemen, maar die ene leek haar al teveel te zijn. Een week later ging Abbe mee naar huis.
We zijn nu ruim twee maanden verder en dat kleine ding hoort er al helemaal bij. Ronne is vanaf dag 1 de geduldige, grote zus geweest; ze zijn onafscheidelijk. Abbe is het mooiste cadeau wat we Ronne hadden kunnen geven. Bovendien is er een wonder gebeurd, de IJslandse draak is volledig gesmolten door die kleine poolvos. Abbe mag zelfs in haar poten bijten zonder dat ze vuurspuugt en regelmatig rennen ze samen door het huis. Malle is de enige die het er nog wat moeilijk mee kan hebben. Gevoelig als ze is, is ze van slag van alles wat haar rustige wereldje op de kop zet. Maar als ze slaapt en haar ogen dicht heeft kruipt Abbe graag zo dicht mogelijk tegen haar aan. Die balans in de roedel, de perfecte smoes voor een vierde, is er zeker gekomen. Nu al.
En ik? Ik heb me voor niets zorgen gemaakt. Abbe is zo gemakkelijk. Twee puppy’s binnen anderhalf jaar heeft ook zijn voordelen. Je valt zo weer in je rol als oppasser, opvoeder en plasgeitenbreier. ‘Waar is de pup?... Wat doet de pup?...Moet ze er nog uit?...Wat heb je nu weer te pakken?...Laat eens los!’ En ondertussen observeer en geniet ik alleen maar. Voor je het weet is ze groot. En nee, vier is wel genoeg. Voorlopig…
Nienke Meijvogel-Blom is ‘stukjesschrijver’, zeemansvrouw en hondenliefhebber. Ze woont samen met Samojeden Malle, Ronne en Abbe, en IJslandse hond Mette op Terschelling.